Voor Dave Zaal is Rozenburg de eerste club waar hij als assistent-trainer aan het werk is. Het was een lang gekoesterde wens om eens iets met zijn broer, hoofdtrainer bij Rozenburg, Dennis te doen bij een club. Dave is niet alleen het mannetje van de pionnen, al hoort dat er ook bij als we naar Dave luisteren. Een echte taakverdeling van een assistent en hoofdtrainer is lastig te omschrijven, misschien komt dit wel dichtbij als we proberen tussen de regels door te luisteren tijdens ons gesprek met het voetbaldier Dave Zaal.”Het ontlasten van de hoofdtrainer bij allerlei belangrijke en minder belangrake randzaken en het geven van steekhoudende adviezen tijden de wedstrijden die het verschil kunnen maken”.
Dave Zaal is niet de man die nadrukkelijk aanwezig is tijdens de wedstrijden en probeert de hoofdcoach te overstemmen met gegil en minder belangrijke zaken. Maar een assistent die analyseert en op het juiste moment de juiste adviezen geeft en let op zaken waar de hoofdcoach even geen aandacht voor kan hebben. Een assistent in dienst van het resultaat en niet gelijk vooraan als de kransen worden uitgedeeld. Een assistent die vooral eenheid wil smeden, “Een hecht team vormt de basis voor succes”, vertelde Dave en daar wil hij hard aan werken.
Wanneer werd je op een ochtend waker en dacht je ‘Ik wordt assistent’.
“Het zat eigenlijk wel een beetje in de pen dat ik samen met mijn broer iets wilde doen. Maar Dennis zat eigenlijk niet bij de juiste club en kwam het er niet van. Dennis zat bij Rhoon, Papendrecht, 16Hoven en zelf net gestopt met voetballen op niveau en speelde nog in een vriendenteam. Het lukte gewoon niet tot Rozenburg kwam. Ik vond Rozenburg altijd al een mooie club, vroeger tegen gespeeld. Wat vrienden van mij hebben er gespeeld zoals Leijgraaff, de broertjes Karsten en Kruit. Het ideale moment zeker toen Rozenburg dat ook zag zitten. Of het een opstap is naar het hoofdtrainerschap weet ik nog niet. Vind het wel hartstikke leuk. Ik was in het verleden best wel druk met mijn werk, maar nu begint het wel steeds meer te kriebelen. Ook mooi om te zien als je aan de slag gaat met vooral jonge jongens dat daar progressie ziet. Maar ik weet het gewoon nog niet.”
Is de assistent de man van de pionnetjes
“Meer een aanvulling. Dennis is ook mijn broer dat is ook een voordeel we kennen elkaar natuurlijk heel goed. Maar ik denk dat ik toch soms iets anders tegen het spelletje aankijk. Kijk Dennis vind ik tactisch best wel sterk, ook met oefenstof. Maar ik denk dat ik toch nog wel een stukje kan aanvullen en dat werkt op zich heel erg goed. Maar pionnen neer zetten hoort er ook bij. We maken vaak samen de opstellingen, nemen de beslissingen. Natuurlijk is er maar één de kapitein, maar wel één met een gewillig oor. Kijk als hoofdtrainer is het soms best lastig om de juiste beslissingen te nemen. Ga ik wisselen of laat ik het nog staan. Er zijn spelers die je 50 minuten niet ziet maar in de 75 minuut zo iemand vrij voor het doel kan zetten, die hebben we bij Rozenburg ook, en dan denk ik dat ik een hoofdcoach kan helpen van uit de achtergrond met een goed advies van laat hem nog maar ff staan of wisselen.”
Je praat veel met spelers in een één op één situatie
“Ja, ik vind het belangrijk te weten wat er in de koppies speelt. Ben zelf ook heel open en transparant. Maar als het niet lekker loopt ook aangeven naar ons toe. We moeten het samen doen. Misschien helpt het dan dat ik zelf ook op een redelijk hoog niveau gespeeld heb. Hartstikke leuk om met vooral de jonge gasten te werken zoals een Joris (van Driel red.) Floris (van den Heuvel red.) en Onertje (Zaif red.) En als je daar dan progressie ziet alleen maar top. Verder heeft Rozenburg een aantal zeer ervaren spelers die de kar moeten trekken maar ook met die gasten is het leuk werken, omdat ik zelf ook zo’n positie in een elftal had kan je ze makkelijker wat meegeven.”
Afgelopen seizoen derde plaats geen prijs
“Ja, dat is natuurlijk een teleurstelling. Zat zeker meer in maar een voetbalwet is ook je staat waar je moet staan. Vaak is een derde plaats en 55 punten genoeg voor de nacompetitie. Maar een ploeg als Rhoon is toch meer stabiel gebleken, een stapje verder in volwassenheid. Als je kijkt dat we de meeste doelpunten na de rust hebben tegen gekregen en dat betekende dat we daar niet scherp genoeg waren. Of dat aan de ploeg ligt, aan de begeleiding, maakt niet zoveel uit maar we moeten er wel voor zorgen dat we de concentratie kunnen behouden. In een wedstrijd moet je zeker 70 procent stabiel zijn en het soms even laten varen. Wij kunnen soms 20 minuten de pannen van het dak spelen en de volgende 20 minuten spelen als een draak, dat moet eruit. Soms denken we er misschien te makkelijk over, als we dat er uit kunnen halen doe je mee. Voetballend ben ik niet bang, we hebben heel veel voetballende kwaliteiten. Werken aan de stabiliteit is dan ook de opdracht.”
Na de eerste periode zakt het in
“We speelde in het 3-5-2 systeem en dat voerde we fantastisch uit. Misschien een beetje uit nood geboren doordat we dunnetjes in de aanvallers zaten en genoeg middenvelders. Maar moet ook zeggen dat de ploeg bijna probleemloos tijdens de wedstrijd konden omschakelen naar welk ander systeem dan ook. En dat is zeker knap dat moeten we zeker behouden. Wel een systeem waardoor we vaak maar nipt wonnen. Maar aan de andere kant had ik heel vaak het gevoel dat ook al stonden we onder druk ploegen er niet doorheen kwamen. Als ik terug denk aan de wedstrijd uit tegen Vlotbrug, stonden we 60 procent onder druk maar geen moment het gevoel dat we punten zouden verspelen. Maar als we een spits hadden gehad die er 20 inschopt tussen de spelers die er nu stonden was het anders gelopen, dat zeker. Je hebt gelijk na GOZ werd het wat minder en zuur dat ploegen als Rhoon en SSS volgend seizoen in de tweede klasse spelen, ploegen waar we veel punten van hebben gepakt. Al moet ik zeggen ik gun het de ploegen meer dan. Rhoon terechte kampioen en SSS gun ik het zeker, ze hebben dan niet van ons gewonnen maar een prima ploeg.”
Binnenkort deel 2 van het gesprek met Dave Zaal.