Deel 1. Hij lijkt zijn plekje snel te hebben gevonden op sportpark West. En de 31 jarige Patrick Struik zou ook zomaar een blijvertje kunnen worden. Een routenier die nog lang niet is uitgespeeld. Een man die niet naar Rozenburg is gekomen om af te bouwen, maar om mee te bouwen aan een nog sterker Rozenburg. Deel uitmaken van een hechtteam dat misschien voor de buitenwacht ook wel als een lastig team wordt gezien, maar van dat laatste heeft Patrick Struijk niets gemerkt.
Als we met Patrick spreken zitten we middenin de intelligente lockdown. Ook voor Patrick een moeilijke periode met twee kleine kinderen van 2 en 5 jaar. “We houden ons aan de regels en proberen met de kids zoveel mogelijk normaal te doen. Die van vijf gaat naar school op afstand en daar helpen we bij. Die moet zijn opgaven thuis maken en die van bijna twee is toch wel een handenbindertje, maar mooi om mee te maken. Ik kan niet vanuit huis werken en ben daarom 2 dagen in de week vrij, dat kost vakantie dagen, maar er zijn ergere dingen op dit moment”, is Patrick realistisch. “Iedereen moet wat inleveren op dit moment. Gezondheid van iedereen staat nu voorop.” Patrick staat stevig in zijn schoenen, gesteund door zijn vrouw is hij optimistisch naar de toekomst toe. En als we dan in het gesprek voor de eerste keer de woorden Rozenburg en voetbal laten vallen is het net even of we ons samen kunnen afsluiten voor wat er allemaal in de wereld gebeurd. Even dan, om na een klein uurtje praten en luisteren weer terug te keren naar die wereld waar andere zaken veel en veel belangrijker zijn, zeker ook voor ons.
Hoe komt een voetballer als Patrick Struijk bij Rozenburg terecht? “Ja, laat ik beginnen met dat ik het voetbal wel heel erg mis. Mijn kinderen een balletje geven en kon ik het toch niet nalaten om er zelf ook één van mijn formaat te kopen om dat gevoel toch niet kwijt te raken. De drive om naar Rozenburg te komen was tweeledig. Het was op bij Hellevoetsluis, we kwamen niet heel veel verder meer. Veel spelers op hogere leeftijd en de jongeren konden de ploeg nog niet dragen. In dat laatste jaar speelde we vriendschappelijk tegen Rozenburg in Hellevoetsluis. Ik heb eigenlijk 60 minuten staan genieten van de tegenstander. Na de wedstrijd kwamen Jordie en Ton de Groot naar me toe, die kende ik nog van een jaartje Brielle. Ik vroeg hadden jullie het op je heupen gehad of is dit normaal voor Rozenburg. Daar zat zoveel voetbal in. Ik ben gewoon een liefhebber, het mag wel fout gaan als er maar een idee achter zit. Er zaten creativelingen in de ploeg dat sprak me wel aan. Ik dacht hoe kan dat in de derdeklasse voetballen. Beetje flirten en aangeven dat ik Rozenburg wel zag zitten. Later een gesprekje met Erik van de Ridder en Leen van Es, eigenlijk was het toen voor mij al duidelijk. In gesprek met de trainer was ik er heel snel uit. Als Nauta geen hele rare dingen ging vertellen was mij volgende club Rozenburg. En ook al is het mijn eerste seizoen ik heb het verschrikkelijk naar mijn zin.
Verloren seizoen? “Denk het eigenlijk niet. Wat wel jammer is dat we ons niet hebben kunnen revancheren voor de slechte periode rond de winterstop. Verloren seizoen is dan niet de juiste benaming. Zeker als ik naar het spel kijkt wat we soms hebben laten zien, is de tiende plek niet helemaal wat we kunnen. Zeker de helft van de wedstrijden hebben we goed voetbal laten zien. We zaten rond de winterstop in een dipje, dat zeker. Maar nooit getwijfeld aan wat wij met deze ploeg kunnen. Misschien ging het in het begin van het seizoen wel te goed. Winnen bij Vitesse Delft uit is een binnenkomertje, bizar. En daar werd ook gelijk duidelijk dat we met een grote dosis knokken en strijd ook punten konden pakken. Moet wel eerlijk zijn in die eerste periode waren er ook wedstrijden bij dat je dacht uit welke hoed hebben we die getoverd. Maar aan de andere kant gingen we nat tegen Alexandria, thuis op West, terwijl ik er voor de rust al vijf in had moeten trappen. En ook tegen SVS was zo’n pot waar we onterecht op onze kl..en kregen. Misschien zegt de buitenwacht het was allemaal meer geluk dan wijsheid, maar ik vind wel dat wij de kwaliteit hebben om in de top vijf te spelen in de tweede klasse. Wat je wel zag, ook tijdens de dinsdagavondwedstrijden, als we eenmaal achter kwamen het ook vaak helemaal mis ging. Brielle uit was ook zo’n verschrikkelijk slechte pot. Dan zie je opeens dat er acht of negen spelers het niet meer weten en wegvallen. Als ik dan toch iets moet aangeven, dit elftal kan voetballen, maar een stukje discipline kan nog beter. Zeker in dat soort wedstrijden. We moeten elkaar eerder aankijken en eerder de mouwen opstropen. Ik weet de betere voetballers lopen dan vaak niet voorop, maar daar zie je gelijk de goede balans in het elftal. Er zijn er genoeg die kunnen buffelen. Het blijft jammer dat we ons niet meer kunnen revancheren voor die mindere periode. Na het verlies tegen Spirit hing er iets anders in de lucht. Iets van zo niet verder. IK had het nog wel willen zien, die derde periode. Een vijfde plaats was zeker mogelijk geweest en niet de tiende waar we nu staan.
Binnenkort deel 2 van het gesprek met Patrick Struijk